Uw welzijn zal ons een zorg zijn
“Uw welzijn is onze zorg!”, was zo’n vijftig jaar geleden het oorspronkelijke credo van het militaire instituut WZZ, oftewel de welzijnszorg. Maar de kleine taalkundige twist gaf al gelijk veel beter aan hoe wij als dienstplichtig soldaten destijds werkelijk tegen die club aankeken. Met enige scepsis dus.
Net zoals wij, burgers van nu, met een niet geringe achterdocht reageren op de herverdeling van zorg en welzijn voor dit nieuwe jaar en de jaren die voor ons liggen. Welzijn en zorg zijn in korte tijd verschoven van vanzelfsprekende voorzieningen naar mogelijke hulp en ondersteuning waarvoor gestreden moet worden. Vanaf nu moeten we zélf nadenken en zélf in actie moet komen als we onze wensen en initiatieven willen realiseren. Zwaaiend met de nieuwe wetten houdt de overheid de hand zuinig op de knip. De koek is op, je moet vanaf nu wel met heel goede argumenten komen om nog wat eurokruimels uit die koektrommel te kunnen bemachtigen. Daar kunnen wij als burgers van alles van vinden, en dat doen we natuurlijk ook, maar het is gewoon niet anders.
Hebben we het vanaf nu dan opeens allemaal zo vreselijk slecht? Was het vroeger dan echt allemaal veel beter? Misschien op een aantal punten wel, maar het hangt er ook maar net van af hoe ver je terug gaat in die zogenaamde goeie ouwe tijd. Voor ons gevoel lijkt het twintig jaar geleden allemaal veel beter te zijn geweest, maar is dat wel zo? En hoe zag zorg en welzijn er veertig jaar geleden dan uit? En zestig jaar geleden? Dankzij goede zorg en welzijn zijn er vandaag de dag nog een hoop mensen in leven die daar uit eigen ervaring over kunnen vertellen. En dat zijn meestal geen verhalen die ons doen terugverlangen naar die tijd.
We zullen onze koudwatervrees voor het nieuwe moeten overwinnen en leren opkomen voor ons eigen welzijn. Zelf het heft in handen nemen om passende zorg en een leefbare standaard aan welzijn af te dwingen. Voor onszelf én voor onze dierbaren. Dat betekent dat we ons moeten concentreren op het verkrijgen van goede, en vooral zinvolle, medische hulp, een veilig leefklimaat, en tevens voor een ruime portie sociaal welbevinden. Zeker aan dat laatste kunnen we zelf een behoorlijke steen bijdragen. Daar hebben we geen soft geneuzel uit de professionele hoek van de geitenwollensokkenbrigade voor nodig. De tijd van kleien op muziek is voorbij, realiteitszin en persoonlijke aandacht voor elkaar zijn de sleutels. Sleutels waarvan we allemaal een “loper” hebben die bovendien ook nog eens gratis is.
Ook onder de nieuwe wet- en regelgeving moet het mogelijk zijn je thuis te voelen in een maatschappij die voor iedereen de moeite waard kan zijn. Het zal alleen niet vanzelf gaan. We zullen ons eigen gedrag en ons verwachtingspatroon moeten aanpassen aan de nieuwe situatie. Niet alleen wat wij van de maatschappij verwachten, maar zeker ook wat die maatschappij van ons verwacht.
De beroemde natuurwetenschapper Charles Darwin wist al twee eeuwen geleden trefzeker de vinger op de zere plek te leggen door te stellen dat het niet de slimsten of de sterksten van de soort zijn die overleven, maar degenen die zich het soepelste aanpassen aan veranderende omstandigheden. Oftewel naar het hier en nu vertaald: “As ‘t net kin sa’t moat, dan moat it mar sa’t kin….”