Mongool

Rietje heet ze, en ze is al een mooi eind aan de verkeerde helft van de vijftig. Niet bepaald een raketgeleerde maar wel gezegend met een buitengewoon ruim hart waar plaats is voor ieder mens. Ze verdient de kost dan ook tot volle tevredenheid als werkster in een instelling voor gehandicapten. Inderdaad, u leest het goed: als werkster. Want dát is wat ze doet: haar handen laten wapperen om te zorgen dat de mensen waar ze haar zorgtaken voor vervult schoon en fris door het leven kunnen. Zelf vindt ze dat woord “werkster” dan ook prima. Eufemismen als facilitaire dienstverlening en alfahulp vindt ze maar niks. Wat ze ook vervelend vindt is dat de mensen die haar zo dierbaar zijn tegenwoordig syndromen lijken te zijn geworden. Vroeger noemden we mensen die zo’n specifieke verzameling aan uiterlijke en innerlijke kenmerken vertoonden mongooltjes. En niemand die daar destijds aanstoot aan nam. Want iedereen begreep wat er mee bedoeld werd. Tegenwoordig heeft het woord “mongool” gelijk een negatieve lading. Het is een scheldwoord geworden. Daar kan zelfs de wat milder klinkende verkleinvorm niets aan veranderen. Daarom noemt Rietje haar oogappeltjes liefkozend “Michieltjes”. Zo blijft het duidelijk waar we het over hebben maar wel met behoud van aardigheid, én waardigheid. Het klinkt ook meteen een stuk vriendelijker. Goed wijf, die Riet!

Toen mijn nichtje een paar jaar geleden haar zoontje Daan kreeg die ook dit syndroom van Down vertoonde hadden de ouders daar, na de eerste teleurstelling, vrij snel vrede mee. Ook in hun visie is er voor iedereen plaats in de herberg. Maar de omgeving wringt zich helaas krampachtig in verbale bochten om maar te benadrukken hoe gelijk we allemaal wel zijn. Maatschappelijk gesproken heel correct natuurlijk, maar gelukkig is het onjuist. Lang leve het verschil!
De meest pragmatische opmerking kwam echter van haar bejaarde tante Zus. Toen mijn nicht en haar man vertelden dat Daantje het syndroom van Down vertoonde was de hilarische reactie van tante: “Wat maakt dat syndroom van Daan nou uit, als het een mongooltje was geweest dan had hij bij jullie toch ook liefde en een warm plekkie gekregen?” U heeft gelijk tante. En ach, was zelfs de grote wereldleider Temudjin, beter bekend als Dzjengis Khan, niet ook een mongool?